Zwaar vervuild bodem met onder meer radioactief vliegas.
In 1953 startte de PLEM, eigendom van de Provincie Limburg en een aantal gemeenten, met de bouw van de elektriciteitscentrale. De centrale werd gebouwd op een terp. Deze verhoging werd gemaakt door de grond rondom de verhoging uit te graven. Het gat dat ontstond werd na de ingebruikname van de PLEM-centrale met vliegas opgevuld. Vliegas is witte verbrandingsas die na de verbaranding van steenkool overblijft. Na aanraking met vocht wordt vliegas zwart. Vliegas bevat vele zware metalen en is radioactief. De vliegaslaag aan de oostkant van het Zevenellen terrein is 6 tot 12 meter dik. Naast vliegas werden ook onverbrande resten steenkool, dioxines, zware metalen, asbestvezels in de ‘gracht’ rondom de PLEM-centrale gedumpt.
Op het terrein stonden verder twee grote olietanks. Door slecht onderhoud gingen deze lekken. Omdat de Provincie er geen geld aan wilde uitgeven, besloot men om de 30.000.000 liter stookolie in de bodem te laten zaken, op enkele meters afstand van de Maas en het Buggenumse Broek.
Lees meer over de verontreiniging in: saneringsennazorgplanmaascentralecomplexbuggenum (1)